Vragen die van belang zijn bij de ontwikkeling van het curriculum Fries zijn onder andere:
- Hoe houden we ruimte voor scholen om zelf het programma te bepalen, aansluitend op hun visie, leerlingen en omgeving?
- Hoe kunnen we duidelijkheid creëren: wat moeten alle leerlingen leren en hoeveel ruimte is er over voor eigen invulling?
- Hoe houden we rekening met verschillen in taalachtergrond van leerlingen?
- Hoe doen we recht aan bijvoorbeeld Europese verdragen die er zijn om de positie van het Fries te beschermen?
Het doel van de herziening is:
- Ruimte geven aan de drie doelen/functies van onderwijs: persoonsvorming, kwalificatie en socialisatie (Biesta).
- Bevorderen van samenhang in de onderwijsinhoud: tussen vakken en binnen vakken.
- Zorgen voor doorlopende leerlijnen (en soepele overgangen) in het Friese taal- en cultuuronderwijs.
- Overladenheid in het onderwijsprogramma terugdringen.
Uitvoering dagelijkse werkzaamheden
De dagelijkse werkzaamheden worden uitgevoerd door een team van vier personen met kennis en ervaring op het gebied taalonderwijs in het algemeen en onderwijs Fries in het bijzonder. Daarnaast beschikt het team over expertise op het gebied van leerdoelen en curriculumontwikkeling, van het vertalen van doelen naar lessen en leerkracht handelen en vanprojectorganisatie en –aansturing. Twee teamleden zijn ook in de eerste fase betrokken geweest bij de ontwikkeling van het nieuwe curriculum Friese taal en cultuur.
Het team bestaat uit:
- Ferdau Terpstra, onderwijsadviseur taal en meertaligheid Cedin
- Marjolijn Sikken, onderwijsadviseur taal en onderwijsinnovatie Cedin
- Gerbrich de Jong, docent Fries lerarenopleiding NHL Stenden
- Bernadet de Jager, onderzoeker en onderwijsadviseur meertaligheid en kwaliteitszorg Cedin
Grote Opdrachten
Net als bij Curriculum.nu wordt op basis van de visie wat de Grote Opdrachten van het leergebied zijn. Het gaat om de belangrijkste inzichten van en over het leergebied die leerlingen tot betekenisvol leren uitdagen. De Grote Opdrachten beschrijven de kern van wat leerlingen vanuit het perspectief van het leergebied nodig hebben om de wereld te kunnen begrijpen (kennis) en om in die wereld adequaat te kunnen handelen (vaardigheden). De Grote Opdrachten lenen zich voor uitwerking in een doorlopende leerlijn, waarbij ze met verschillende accenten kunnen worden uitgewerkt in de verschillende bouwen van het onderwijs (po-onderbouw, po-bovenbouw, vo-onderbouw).
De Grote Opdrachten hebben de volgende kenmerken:
- Ze hebben een onderbouwde relatie met de visie;
- Bieden inzichten over het leergebied (naar buiten gericht: wat doet het leergebied in de wereld?) en van het leergebied (naar binnen gericht: wat leer je van het leergebied?);
- Omvatten het hele leergebied en zijn voor zover als mogelijk herkenbaar en bruikbaar voor alle disciplines in het leergebied;
- Zijn in essentie herkenbaar voor zowel het po als het vo;
- Zijn te vertalen naar en uit te werken in kennis en vaardigheden voor verschillende bouwen
Zie voor meer informatie op de website van Curriculum.nu.
Bron: https://www2.curriculum.nu/assets/uploads/2019/10/Bijlage-5-Werkopdracht-van-de-ontwikkelteams.pdf
De bouwstenen
De bouwstenen bevatten een vertaling van de grote opdrachten in wat leerlingen per bouw aan kennis (kennen) en vaardigheden (kunnen) nodig hebben. Met vaardigheden bedoelen we zowel vakspecifieke vaardigheden als brede vaardigheden, die in meerdere leergebieden aan de orde kunnen komen.
De bouwstenen beschrijven die kennis en vaardigheden die:
- Nodig zijn vanuit het oogpunt van de doorlopende leerlijn van het leergebied en de aansluiting op het vervolgonderwijs (mbo, hbo, wo);
- Een basis leggen voor toepassing in andere leergebieden;
- Relevant zijn voor leerlingen met oog op toekomstige ontwikkelingen in de samenleving en het leergebied.
Zie voor meer informatie de website van Curriculum.nu.
Bron: https://www2.curriculum.nu/assets/uploads/2019/10/Bijlage-5-Werkopdracht-van-de-ontwikkelteams.pdf